AI en Europa: macht verschuift, instituties wankelen (3 van 8)

AI en Europa

Is het toeval dat juist Europa achterblijft in de wereldwijde AI-race? AI en Europa staan op een kantelpunt. Wat lang werd gezien als een technologische gadget, blijkt in werkelijkheid een diepgaande systeemverandering — één die onze democratie, besluitvorming en samenleving ongemerkt herschikt.

In deze derde blog van een reeks van acht onderzoeken we wat AI nu écht is — en waarom het onze politieke systemen voor een existentiële keuze stelt. Want achter elk algoritme schuilt een wereldbeeld. En achter elk Europees compromis schuilt een botsing van nationale trots, pragmatisme en angst.

1. AI en Europa: onzichtbare verschuiving van macht

AI is geen robot of app. Het is een generieke systeemtechnologie — zoals elektriciteit of het internet dat ooit waren — die door alle sectoren en alle facetten van ons leven heen snijdt. AI herkent patronen, doet voorspellingen en generatieve AI ‘leert’ zelf op basis van interactie. Dit betekent dat het steeds vaker beslissingen helpt nemen: over wie krediet krijgt, welke medische diagnose vermoed wordt, of wat je te zien krijgt in je nieuwsfeed. Niet op basis van menselijke oordeelsvorming, maar op statistische correlaties — vaak zonder dat we (nog) precies begrijpen hóé het tot conclusies komt.

AI verplaatst daarmee de kern van besluitvorming: van mensen naar modellen, van publieke instituties naar deels onzichtbare technische systemen, vaak beheerd door private partijen. En juist dát maakt AI zo belangrijk — niet omdat het technologie is, maar omdat het ongemerkt macht, verantwoordelijkheid en normativiteit herschikt. Het vraagt niet om technologische fascinatie, maar om maatschappelijke alertheid. In onderstaande tabel zijn de effecten van AI samengevat.

Effect Toelichting
Beslissingsmacht verschuift naar systemen AI bepaalt niet zelf, maar filtert welke informatie professionals krijgen (medische opties, kredietrisico’s, juridische precedenten). Hierdoor verschuift invloed naar ontwerpers van algoritmes (vaak techbedrijven) en weg van traditionele autoriteiten (overheden, artsen).
Beleid wordt een data-race Politieke idealen (bv. solidariteit) concurreren met statistische logica (bv. “70% kans op recidive”). Beleid wordt steeds vaker een afweging tussen waarden en voorspellende optimalisatie.
Globale technologie vs. lokale regels AI-systemen (denk aan ChatGPT, clouddiensten) werken grenzeloos, terwijl wetgeving nationaal blijft. Dit leidt tot machtsvacuüms: wie is verantwoordelijk als een Nederlands ziekenhuis een Amerikaans AI-diagnosetool gebruikt?
‘Menselijk’ werk wordt herschreven AI vervangt niet alleen routineklussen, maar ook taken die cognitieve creativiteit vereisen (advies geven, teksten redigeren). Dit zet druk op banen (welke taken blijven exclusief menselijk?) en inkomen (hoe beloon je werk als AI de “denk”-component overneemt?).
Risico op achterlopende wetgeving AI vernieuwt sneller dan wetgevers kunnen reguleren. Denk aan deepfakes of algoritmische discriminatie: de schade is er al voordat er regels zijn. Dit creëert een permanent stuurloosheidrisico.

De vraag is dus niet alleen wat AI technisch kan, maar welk Europa ermee gevormd wordt — want elke toepassing van AI raakt aan diepere keuzes over bestuur, verantwoordelijkheid en legitimiteit.

2. Kunnen AI en Europa vrienden worden?

AI stelt Europa voor een fundamentele keuze. Niet omdat het een losstaand technologiebeleid vereist, maar omdat het ingrijpt op kernvragen: wie beslist, hoe werkt beleid, wat is werk, en hoe snel kunnen instituties zich aanpassen? Vier visies op Europa — de gemeenschap van natiestaten, het strategisch blok, de federale democratie en de vrije markt — geven elk een ander antwoord op deze vragen, en daarmee ook een ander toekomstbeeld.

Visie Kernidee en nadere toelichting
Gemeenschap van natiestaten
nationale autonomie
Risico: fragmentatie, afhankelijkheid van buitenlandse tech, verlies van grip.

In deze visie blijft de nationale staat het centrum van democratische legitimiteit en culturele identiteit. Europese samenwerking is nuttig, maar moet beperkt blijven tot praktische zaken als handel of veiligheid. Soevereiniteit blijft nationaal verankerd: Brussel faciliteert, maar bestuurt niet.

Toelichting: door versnippering geen kans tegen AI-machten

De visie van Europa als gemeenschap van natiestaten vertrekt vanuit het idee dat soevereiniteit nationaal moet blijven. Europese samenwerking mag, zolang het geen machtsoverdracht betekent. In het AI-tijdperk loopt deze benadering snel vast. AI-systemen opereren grensoverschrijdend, worden gevoed door wereldwijde data en draaien op infrastructuur die zich niets aantrekt van nationale kaders. Als ieder land eigen normen en wetgeving ontwikkelt, ontstaat er fragmentatie, verzwakt de onderhandelingspositie tegenover Big Tech en groeit de afhankelijkheid van buitenlandse technologie. Nationale controle wordt dan in naam behouden, maar in praktijk uitgehold.

Strategisch blok
collectieve weerbaarheid
Voordeel: schaal, slagkracht, gecoördineerde respons.

Hier staat Europa niet centraal als waardengemeenschap, maar als geopolitieke speler. In een wereld van grote machtsblokken (VS, China) moet Europa zichzelf organiseren als tegenmacht. Soevereiniteit wordt gedeeld waar dat strategisch nodig is — bijvoorbeeld op het gebied van technologie, energie of defensie.

Toelichting: weerstand bieden in de AI-competitie

De visie van Europa als strategisch blok legt de nadruk op schaal en slagkracht: AI wordt gezien als een geopolitiek terrein waarop Europa zich moet organiseren om mee te tellen tussen grootmachten als de VS en China. Deze visie maakt gezamenlijke regelgeving, investeringen en marktbescherming mogelijk, zoals de AI Act en de Digital Markets Act al laten zien. Ze erkent de systeemdruk van AI en biedt een realistisch antwoord: geen volledige politieke unie, maar wel strategische coördinatie op cruciale domeinen. Het risico zit in de legitimiteit — als burgers niet worden meegenomen, dreigt technocratisch bestuur zonder draagvlak. Maar als het blok transparant opereert en publieke waarden verankert, kan het AI beteugelen én benutten.

Federale democratie
supranationale democratie
Belofte: democratische legitimiteit bij grootschalige technologie.

Deze visie ziet Europa als een politieke gemeenschap in wording, gebaseerd op gedeelde waarden, rechten en instituties. De EU moet uitgroeien tot een volwaardige democratie met een eigen parlementaire soevereiniteit, gedragen door Europese burgers zelf.

Toelichting: democratische tegenmacht in een AI-wereldorde

De federale democratie gaat een stap verder: zij ziet AI niet alleen als technologische uitdaging, maar ook als aanleiding om Europese besluitvorming democratischer en structureler te maken. Door macht op EU-niveau niet alleen te organiseren, maar ook politiek te legitimeren via een echt parlement en een publieke sfeer. Dat zou AI-beleid kunnen verankeren in waarden, recht en burgerbetrokkenheid — en zo voorkomen dat het een eliteproject wordt. Tegelijkertijd is dit model politiek kwetsbaar. Het ontbreekt aan breed draagvlak voor een supranationale democratie, en institutionele hervormingen verlopen traag. Daardoor is deze visie normatief sterk, maar op korte termijn beperkt uitvoerbaar.

Vrije markt
economische vrijheid
Gevolg: snelle innovatie, maar risico op monopolies en publieke kwetsbaarheid.

In deze visie is de EU geen politieke eenheid, maar een economisch platform: een interne markt die concurrentie bevordert en barrières verlaagt. Lidstaten behouden hun politieke autonomie; de EU zorgt vooral dat bedrijven kunnen floreren.

Toelichting: AI en Europa als speelbal van buitenlandse techreuzen

De vrije markt-visie beschouwt Europa vooral als economische ruimte. AI wordt hierin gezien als motor van innovatie die vooral gebaat is bij concurrentie, flexibiliteit en beperkte regelgeving. Dat kan korte tijd technologische groei opleveren, maar miskent de maatschappelijke impact van AI. Zonder stevige publieke kaders ontstaan monopolies, worden arbeidsverhoudingen precair en groeit de afhankelijkheid van buitenlandse platforms. Deze visie levert op termijn eerder instabiliteit dan veerkracht — vooral als publieke waarden zoals privacy, rechtvaardigheid en sociale bescherming onder druk komen te staan.

Europa op een kruispunt: macht organiseren of vasthouden aan mythen uit het verleden

De opkomst van AI dwingt Europa tot een nieuwe balans tussen schaal en legitimiteit. Wie blijft vasthouden aan nationale kaders, verliest grip. Wie inzet op grootschalige structuren zonder maatschappelijk draagvlak, verliest vertrouwen. De visie van Europa als strategisch blok biedt voorlopig het beste evenwicht: sterk genoeg om tegenwicht te bieden aan mondiale AI-machten, en haalbaar binnen de politieke realiteit. Maar dit model houdt alleen stand als het wordt verankerd in democratische processen — met transparantie, publieke betrokkenheid en bescherming voor wie geraakt wordt door technologische verandering.

AI versnelt niet alleen de beleidsagenda, maar legt ook bloot welk Europees denkkader nog werkt. De keuze is helder: óf Europa organiseert zich strategisch, óf het raakt buitenspel — met groeiend verlies aan autonomie, invloed én welvaart tot gevolg.

3. Europa bestuurt van bovenaf, maar leert weinig van onderop

De EU bestuurt vaak top-down: beleid wordt bedacht in Brussel, uitgerold over 27 landen, en nauwelijks aangepast als het botst met de praktijk. Wat bedoeld is als gemeenschappelijk beleid, voelt daardoor al snel als een keurslijf. Burgers en sectoren die last hebben van regels krijgen zelden gehoor, want het systeem is traag en weinig zelfcorrigerend.

Achter het ideaal van een sterker Europa schuilt vaak een centralistisch model, naar het evenbeeld van een land als Frankrijk. Dat wekt wrevel: samenwerking wordt ervaren als oplegging. En wanneer beleid in de praktijk disproportioneel zwaar uitpakt in een specifiek land of gebied — zoals bij de stikstofregels in Nederland — ontbreekt het mechanisme om dat te corrigeren.

Het probleem is fundamenteel: open grenzen, bouwambities en strikte milieudoelen kunnen op nationaal niveau moeilijk samengaan. We kunnen niet tegelijk onbeperkt migratie toelaten, grootschalig woningen bouwen én binnen hetzelfde territorium stikstof reduceren — zeker niet als buurlanden veel soepelere normen hanteren. Voor veel burgers voelt dat als scheef beleid, opgelegd van bovenaf, en buiten hun invloedssfeer. Machteloosheid slaat dan snel om in wrok, niet tegen alleen tegen Den Haag, maar ook tegen Brussel.

4. AI en Europa als spiegel voor verdeeldheid

Europa verdient ook erkenning. In Brussel werken vaak competente en bedachtzame mensen aan wetgeving die inhoudelijk sterker is dan wat veel lidstaten ooit zelf hebben voortgebracht. Denk aan initiatieven als de AI Act of de Digital Markets Act — pogingen om richting en tegenmacht te organiseren in een mondiale techwereld. De intentie is doorgaans rationeel, ordelijk en gericht op het algemeen belang. Toch gaapt er soms een diepe kloof tussen beleidslogica en maatschappelijke werkelijkheid.

Nationale mythes als hindernis

Wat Europa ingewikkeld maakt, is dat elk land zijn eigen mythen meesleept en zelden met een analytisch-kritische blik naar zichzelf kijkt. Nationale trots, diepgewortelde rituelen en collectieve overtuigingen kleuren hoe beleid wordt gemaakt en ervaren — zelfs wanneer die overtuigingen losstaan van de feiten.

Tijdens een boottocht in Griekenland zei een oude man tegen me: “Weet je wat de grootste bank ter wereld is? The National Bank of Greece.” De hele tocht door stond Griekenland op nummer één. Elk land heeft zijn eigen blinde vlekken.

Het zou flauw zijn om slechts één land te bekritiseren. Elke lidstaat heeft een collectief zelfbeeld dat vaak maar ten dele strookt met de werkelijkheid. Nederland gelooft in haar rechtsstaat als baken van redelijkheid, maar het juridische systeem blijkt in de praktijk grillig, onvoorspelbaar en vaker bevooroordeeld dan we willen toegeven. Duitsland beroept zich op morele ernst, maar hult zich in een bijna dogmatisch geloof in privacy — zelfs wanneer dat ten koste gaat van innovatie of openheid. Frankrijk ziet regels als fundament van beschaving, maar zodra iemand hun effectiviteit bevraagt, worden diezelfde regels plots heilig verklaard. En Spanje houdt buitenlandse kennis en hulp liever op afstand, uit trots, maar staat wel vooraan als er Brusselse miljarden te verdelen zijn.

AI als instrument tegen zelfgenoegzaamheid

Ieder land — en zelfs regio’s binnen landen — klampt zich vast aan een eigen identiteit, geworteld in een vermeende traditie. Maar die tradities zijn vaak vervlochten met commerciële belangen, maatschappelijke posities en symbolen. Voor de landelijke elite geldt vaak het adagium: liever de kop van een muis dan de staart van een leeuw. Maar wie dienen zij eigenlijk — de burger, of zichzelf?

En zouden journalisten niet verder moeten kijken dan macht en hun trouwe, oude achterban? Juist dáár, waar het ongemakkelijk wordt. Moet er niet meer aandacht zijn voor de jeugd — niet door hen de les te lezen, maar door te erkennen dat zij andere belangen hebben, en andere vragen stellen?

Juist in deze strijd kan AI een krachtig hulpmiddel zijn — niet als vervanging van denken, maar als spiegel voor feiten, perspectieven en onze eigen aannames.

5. AI en Europa: zwakheden blootgelegd met diepgaande AI-analyse

Generatieve AI helpt ons om zwaktes bloot te leggen. Niet met beelden, visies en meningen, maar met data en benchmarking. AI legt dwarsverbanden, vindt uitzonderingen, benoemt structurele zwakheden. Niet om politieke oordeelsvorming te vervangen, maar als aanjager van scherpere vragen. En dat is precies wat Europa nodig heeft: geen nieuwe blauwdruk, maar de moed om te spiegelen, van elkaar te leren en samen beter te worden.

Als nieuwsmedia en journalisten relevant willen blijven, moet het roer drastisch om: AI moet worden ingezet als journalistiek instrument. Want wat met de geest van generatieve AI zichtbaar wordt, gaat niet meer terug de fles in.

Hieronder staan enkele voorbeelden die deze aanpak illustreren — niet als eindpunt, maar als uitnodiging tot verdere analyse en discussie.

Nederland: rechterlijke interpretatieruimte tegen het licht gehouden

Nederlandse rechters hebben een opvallend ruime interpretatievrijheid. In dit AI-ondersteunde onderzoek zijn met name het familierecht en contractenrecht geanalyseerd. Ter vergelijking zijn ook Duitsland, Frankrijk en Spanje onderzocht — landen waar rechters doorgaans aan striktere normen zijn gebonden, bijvoorbeeld in de omgang met wetsteksten en waarheidsvinding.

De bevindingen zijn journalistiek vertaald in drie korte video’s, gebaseerd op het klassieke model van these, antithese en synthese:

These
(de stelling, in het Duits)

Antithese
(de verdediging, in het Nederlands)

Synthese
(de verbinding, in het Nederlands)

De video’s zijn gebaseerd op twee onderliggende publicaties:

Frankrijk: vermogenswinstbelasting op vastgoed

De plus-value immobilière is in Frankrijk historisch ingevoerd als instrument van fiscale rechtvaardigheid: wie winst maakt op vastgoed, draagt een deel daarvan af aan de gemeenschap. De gedachte hierachter is:

  • Winst uit bezit is een vorm van passief inkomen, en moet dus belast worden, net als arbeid.
  • Vastgoedwaardestijging is vaak het gevolg van collectieve investeringen (in infrastructuur, veiligheid, economie) en niet louter van privé-inspanningen.
  • De belasting moet speculatie ontmoedigen en langdurig, verantwoord bezit stimuleren.

Deze belasting is dus diep geworteld in de Franse traditie van égalité en sociale correctie, waarbij bezit dat vanzelf meer waard wordt, wordt belast om ongelijkheid tegen te gaan. Maar deze overtuiging botst inmiddels met nieuwe realiteiten in de woningmarkt.

1. Situatie: fiscale prikkel en actuele marktdynamiek
Frankrijk heft een vermogenswinstbelasting tot 36,2% bij verkoop van tweede woningen. Vrijstelling geldt pas na 22 jaar (inkomstenbelasting) en 30 jaar (sociale lasten).

Feiten:

  • 3,1 miljoen woningen staan leeg (8,2% van het woningbestand)
    (bron)
  • In Nederland is dat slechts 3,4% (ca. 279.000 woningen); in Duitsland 4,4%
    (Eurostat)
  • De fiscale opbrengst van de plus-value is relatief klein: €1,8 miljard per jaar
    (bron)

2. Probleem: moreel legitieme belasting, economisch inefficiënt

  • Eigenaren wachten met verkoop, wat de markt verstopt
  • Leegstand stijgt, vooral in toeristische regio’s en erfwoningen
    (Le Monde)
  • Mobiliteit en herinvestering worden afgeremd
  • De overheid loopt belastinginkomsten mis uit andere kanalen

3. Impact: structurele schade aan woningmarkt en staatsinkomsten

  • Minder transacties → minder overdrachtsbelasting en btw
  • Vastgoed als spaarobject, geen woonfunctie
  • Verergering van woningnood
  • Beperking van economische activiteit (renovatie, verhuisbewegingen)

4. Verandering: schrappen van de belasting
Stel een herziening voor waarin de vermogenswinstbelasting wordt afgeschaft.

5. Uitkomst: woningen activeren, staat versterken
Door leegstand terug te brengen naar het Nederlandse niveau:

  • Grotere woningvoorraad zonder nieuwbouw: 1,8 miljoen extra woningen worden geactiveerd
  • Hogere belastinginkomsten via transacties: potentiële overdrachtsbelastinginkomsten (5,81%): €27,6 miljard
  • Verbetering van marktdynamiek
  • Behoud van fiscale rechtvaardigheid via andere instrumenten
Duitsland tussen principe en praktijk: privacy als rem op digitalisering

Het Duitse recht op informationelle Selbstbestimmung (informatie-zelfbeschikking) is diep geworteld in de Grondwet en het collectieve geheugen. Het is een reactie op de excessen van surveillance in nazi-Duitsland en de DDR.

  • De staat hoort niet alles te weten.
  • Individuen moeten controle houden over hun data.
  • Privacy is niet alleen een recht, maar een buffer tegen staatsmacht.

Deze principes vormen het morele fundament van het Duitse digitale beleid, maar botsen in toenemende mate met economische en maatschappelijke realiteit.

1. Situatie: wettelijk sterk, digitaal zwak

Ondanks forse uitgaven, blijven gebruik en impact ver achter bij vergelijkbare landen.

2. Probleem: principiële privacy blokkeert digitale vooruitgang

  • Strenge wetgeving en een extreem terughoudende omgang met data.
  • Federale fragmentatie: 16 deelstaten met eigen IT-beleid en privacycommissarissen.
  • Weerstand tegen geautomatiseerde processen bij overheid, zorg en mobiliteit.

Vergeleken met Nederland:

  • Nederland investeert in absolute zin minder in digitalisering van de overheid (€1,2 miljard), maar per hoofd van de bevolking zelfs meer: ongeveer €69 per persoon, tegenover €39 in Duitsland (CBS).
  • Bovendien bereikt Nederland 96% van de bevolking met digitale overheidsdiensten, tegenover slechts 46% in Duitsland (bron).
  • Burgers en bedrijven in Nederland profiteren sneller van digitale transacties, vergunningen, belastingdiensten, enz.

3. Impact: groei-achterstand van tientallen miljarden per jaar

Factor Duitsland Nederland
Gebruik e-overheidsdiensten 46% 96%
BBP (2024) €4.450 miljard €1.070 miljard
Groeiverlies door digitale traagheid Tot €111 miljard/jaar Verwaarloosbaar
  • Elke 1% lager gebruik van e-overheid = ±0,05% minder economische groei
  • Duitsland mist zo 1–2,5% bbp-groei per jaar (dus €44–€111 miljard)

4. Verandering: van privacyparanoia naar publiek datanut
Voorstel:

  • Creëer een nationaal datakader voor publieke waarde, waarbij:
    • Geanonimiseerde data mag worden gebruikt voor zorg, mobiliteit en energie.
    • Snellere toestemmingstrajecten voor onderzoeksdata.
    • Verantwoord databeleid onder toezicht van een ethische raad, niet alleen juristen.

5. Uitkomst: behoud van vertrouwen, herstel van groei

  • Jaarlijkse economische winst: €44–€111 miljard
  • Sterkere publieke dienstverlening
  • Meer ruimte voor AI, innovatie en startups
  • Behoud van burgervertrouwen dankzij transparant, ethisch kader

Duitsland kan zo zijn rol als Europese privacykampioen behouden, zonder zich economisch buitenspel te zetten.

6. AI als spiegel voor Europa

Of het nu gaat om Franse regels die de woningmarkt blokkeren, of Duitse principes die digitale vooruitgang remmen — AI maakt pijnlijk zichtbaar waar beleid vastloopt op overtuigingen. Niet omdat die overtuigingen onzin zijn, maar omdat ze zelden worden getoetst aan veranderende realiteit. AI kan dat wél: door verbanden te zien waar mensen dat niet meer kunnen, door de mythe te onderscheiden van het effect.

Maar alleen als we het durven inzetten als spiegel. Niet om nationale trots te ondermijnen, maar om beleid slimmer, rechtvaardiger en toekomstbestendiger te maken. Dan wordt AI geen bedreiging van onze identiteit, maar een uitnodiging om AI en Europa opnieuw vorm te geven: niet als blauwdruk van bovenaf, maar als samenwerking die wérkt — juist omdat ze durft te kijken, te leren en bij te sturen.

Eerdere blogs

  1. Ethische AI begint niet bij regels, maar bij reflectie.
  2. AI vraagt om herontwerp vanuit klant en burger.

Laat de eerste reactie achter